Alles over Brandnetel

Wat is Brandnetel?

Brandnetel heeft als officiële naam Urtica, er zijn twee soorten de kleine (Urtica urens L.) en de grote brandnetel (Urtica dioica L.). Tussen deze twee soorten in zijn er ook nog de Urtica hybriden. Fytotherapeutisch hebben alle brandnetels dezelfde functie. Toch wordt de Urtica dioica het meest gebruikt en verkocht.

Urtica is afgeleid van het latijnse "Urere" dat branden betekent en wijst net als de naam brandnetel op de branderige prik die het kan veroorzaken bij aanraken. Dioica zou afgeleid zijn van het Griekse "Dis" (tweemaal) en " Oikia" (huis) en wijst erop dat deze plant tweehuizig is, met mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten.

De Brandnetel komt oorspronkelijk uit Afrika en west-Azie, maar wordt nu gezien als een kosmopoliet die wereldwijd groeit. De brandnetel groeit graag op plekken half in de schaduw waar het vochtig en beschut is.

Traditioneel gebruik

Het gebruik van de brandnetel is traditioneel, zo beschreef hippocrates het gebruik al in 460-377 voor Christus. Hippocrates wordt over het algemeen beschouwd als de vader van de geneeskunde.

De brandnetel beschreef hij dan ook als een typische plant die valt onder zijn similia-principe. Wat inhoud dat een kwaal bestreden kan worden met een product die gelijke klachten oproept als de kwaal. Zo wordt brandnetel, met name de brandharen dan ook vaak gebruikt in natuurlijke zalf tegen zonverbranding en insectensteken. Van de brandnetel wordt traditioneel het kruid maar ook de wortel gebruikt.

Brandnetel bevat:

De bovengrondse delen met name de brandharen van de brandnetel bevatten Acetylcholine (2%), histamine (3%), serotonine (0,02%) en mierenzuur. De laatste twee stoffen zouden de belangrijkste veroorzakers van de jeuk zijn. Ook hierbij geldt weer het Similia-principe. Van oudsher wordt al aangeraden wanneer je je prikt aan een brandnetel doe dan wat zuurs op de aangedane plek.

Het kruid zelf is een bron aan carotenen, vitamine C, B1, B2, B5, D, E, choline, foliumzuur, en vitamine K1. Het bevat tot aan 20% kiezelzuur, chlorofyl a en b, looistoffen (tannines) en Flavonoïden als quercetine, kaempferol en isorhamnetine. Ook is de brandnetel rijk aan mineralen als Ijzer, silicium (kiezelzuur), calcium, en kaliumzouten.

Brandnetel gebruiken

Brandnetel kun je op verschillende manieren gebruiken, de verse plant leent zich erg goed voor het maken van soep of gewoon als vervanger van spinazie. Zo eet je eens wat anders. Het gedroogde blad kun je ook gebruiken voor het maken van soep, al is thee het meest gemaakte recept voor de gedroogd versie. Hiervoor neem je 3 theelepels gedroogde brandnetelblaadjes, en giet er 300 milliliter kokend water over. Laat de thee minstens 5 minuten trekken. Je kunt de thee eventueel zoeten met wat honing.

Brandnetel wordt ook wel gebruikt als een haarmasker. Neem hiervoor 400 gram wortels van de brandnetel en laat deze 5 minuten koken in een liter water. Laat het aftreksel afkoelen en filter het dan met een keukenzeef. Vervolgens kun je het mengsel op de hoofdhuid inmasseren voor het slapen gaan. Was het haar s’ morgens uit. Je kunt deze behandeling 3 keer per week herhalen.